Sorry, uw browser ondersteunt geen JavaScript of JavaScript is uitgeschakeld. U kunt de volgende informatie bekijken:

 Ons bezoek aan Kamp Amersfoort waar mijn vader werd bevrijd.
Logo

Deze pagina dragen wij op aan mijn vader Albertus Johannes Rensen en zijn bevrijders, de familie Bosman. Met dank aan Olav Petram van Kamp Amersfoort voor het ter beschikking stellen van de archiefgegevens.
Door zoon L.W.J. Ben Rensen  - met  ←  komt u altijd weer terug op deze pagina-

Direct naar de bevrijders, de familie Bosman

Albertus Johannes Rensen, roepnaam Hutten Bats.

A.J. Rensen Dit verhaal gaat over mijn vader Albertus Johannes Rensen geboren op 7-2-1917. Vader is op 75- jarige leeftijd overleden op 3 maart 1992 in Haarle. De opa van mijn vader was Albertus Rensen 1847- 1915, mijn overgrootvader. Hij was eerder gehuwd met Maria Hutte 1848 – 1879, nadat zij op 31 jarige leeftijd overleed, hertrouwde Albertus Rensen met Regina Veldkamp. Uit dit huwelijk werd onder anderen mijn opa Willem Rensen 1890 – 1968 geboren. Willem Rensen trouwde met Antonia Stephana (Toos) Boers 1877 – 1944 (mijn oma). Uit hun huwelijk is onder anderen mijn vader Albertus Johannes Rensen geboren, roepnaam Hutten Bats. Door het eerste huwelijk van mijn overgrootvader Albertus Rensen met Maria Hutte werd deze tak van de Rensen familie in de regio in de volksmond voortaan Hutte genoemd. Alhoewel mijn opa feitelijk geen kind van haar was werd hij voortaan Hutten Wilm genoemd en mijn vader Hutten Bats. Zijn roepnaam Bats was een afgeleide van Albertus (Bertus) Bats en zo Hutten Bats. Vrijwel iedereen in het dorp had wel zo'n plaatselijke officieuze naam. Deze bijnamen werden ook wel scheldnamen genoemd, maar voor ons was het een erenaam. De naam Benne van de Hutte, visa versa, wordt steeds minder c.q. niet veel meer gebruikt.

==>  Zie onze stamboom

In dienstbetrekking als boerenknecht en open TBC  1929 - 1937

Mijn vader was gehandicapt en fietste met 1 been  height=

Zoals dat in die jaren bij eenvoudige boeren gebruikelijk was, werd mijn vader op 12- jarige leeftijd verhuurd als boerenknecht. Je ging met een hutkoffer met schamele bezittingen steeds voor een jaar in dienstbetrekking tegen een klein loon met kost en inwoning. Hij kon daar slecht tegen en had veel last van heimwee. Juist in de groei van zijn leven op zijn 14e kreeg hij open tuberculose aan zijn rechter heup en been. Sommigen meenden dat zijn heimwee hem daarbij parten had gespeeld. Daardoor bleef zijn rechterbeen ongeveer 10 cm korter. Dat was destijds een ernstige en besmettelijke ziekte. Je werd als melaatse behandeld. Hij heeft daar nooit over geklaagd en is daar altijd positief mee omgegaan. Zodra zijn leeftijdgenoten schaatsten op de Eendenplas verkocht hij daar chocolademelk. Ook voor het fietsen had hij een oplossing gevonden. Aan de rechterkant van de fiets bij de kettingkast, dat was de kant van zijn manke been, werd de trapper met crankarm bij de trapas afgezaagd. Zijn rechterbeen rustte tijdens het fietsen op de kettingkast. Aan de linkerkant van de fiets was de trapper voorzien van een leren insteekriem waar zijn voet inging, zodat hij met 1 been kon duwen en trekken. Hij was wel zo sterk dat menigeen met twee goede benen moeite had hem bij te houden. Het accepteren van deze handicap heeft hem mede gevormd. Hij had er geen moeite mee te worden geholpen bij zijn dagelijkse werkzaamheden.

Het blijversrechts bepaalde dat veehandelaar A.J. Rensen boer moest worden

In 1877 schreef de Hellendoornse notaris Dr. Cohen een boek als proefschrift over het blijversrecht Het eerstgeboorterecht voor de oudste zoon, die de boerderij moest verkrijgen, blijft daar tot op heden onder de naam "blijversrecht" het erfrecht beheersen. Deze kennis kwam mij goed van pas op het mondelinge examen voor de beëdiging als makelaar in onroerend goed. Op grond van dit blijversrecht was mijn vader, alhoewel hij eigenlijk veehandelaar was, voorbestemd als opvolger van de boerderij van mijn grootvader Willem Rensen. Naarmate hij ouder werd gedroeg Hutten Bats zich ook steeds meer als opvolger van de boerderij. Het "handelen" heb ik ongetwijfeld van hem geleerd.

==> Lees hier meer over het blijverrecht

De 2e wereldoorlog 1940-1945

 Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger het neutrale Nederland binnen. Dit is het begin van vijf dagen ongelijke strijd die eindigt met het bombardement van Rotterdam en de bezetting van Nederland. Mede door zijn (been) handicap was vader gewend te vechten en voor zichzelf op de komen. Mijn vader was plichts- en gezagsgetrouw, daarnaast bepaalden zijn streng katholieke geloof en zijn afkeer tegen de Duitser bezetter, die door hem steevast moffen werd genoemd, wellicht voor een groot deel zijn, in de ogen van de moffen, “subversieve” activiteiten. Die “subversieve” activiteiten, werden door de Duitsers betiteld als zwarthandel en de daders als zwartlappen. Mijn vader slachtte clandestien een koe en met de bedoeling daarmee gezinnen van rundvlees producten te vorzien. Dat was tegen het zere been van de Duitse bezetter. Hij was er de man niet naar daar misbruik van te maken. In het boek "Haarle van bezetting naar vrijheid" las ik daarover op bladzijde 21: "Er bleef echter ook wel eens een koe gust, zogenaamd. Het kalf dat dan geboren werd, werd verstopt. Kreeg een koe eens twee kalveren, dan zat het helemaal goed, een kon er dan worden verstopt. De dieren werden stiekem geslacht en de laatste schreeuw, zo zei men, was de laatste groet aan Hitler, die het dier zo graag had gehad, maar het niet kreeg!" Hier wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen zwarthandel en deze manier van clandestien slachten.

===>  Haarle van bezetting naar vrijheid


===> Lees hier wat mijn vader nog meer deed in de oorlog 

Politiebureau Raalte, Oranjehotel Scheveningen, doorgangskamp Vught naar Kamp Amersfoort

Raalte

Het politiegebouw in Raalte in 1942 bevond zich in het gebouw aan de Hoofdstraat 13. Dit voormalige politiebureau werd in 2016 nog beschreven als het oude postkantoor, dat destijds al rijp was voor sloop. Locatie: Het pand bevond zich aan de Hoofdstraat 13. Herkomst: Het gebouw was zowel een politie- als een postkantoor. Huidige staat: Het pand is in 2016 gesloopt.
Documentatie: Het gebouw is te vinden in de historische archieven van de gemeente Raalte, zoals beschreven in het rapport "Douma-locatie te Raalte".

Het oranjehotel Scheveningen

Het Oranjehotel Scheveingen

Nazi-gevangenis

Het Oranjehotel was de bijnaam voor de Scheveningse gevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sinds 2019 is het een herinneringscentrum én museum. Ruim 25.000 mensen zaten hier tussen 1940 en 1945 opgesloten voor verhoor en berechting. Opgepakt voor handelingen die de Duitse bezetter als overtreding zag. Verzetsmensen, maar ook Joden, communisten, Jehova's getuigen en zwarthandelaren. Al in de oorlog werd de gevangenis het ‘Oranjehotel’ genoemd. Een ode aan de verzetsmensen die hier vastzaten. Bekende en onbekende gevangenen. Onder de gevangenen zaten bekende mensen, zoals de 'Soldaat van Oranje' Erik Hazelhoff Roelfzema, Rudolph Cleveringa, Titus Brandsma, George Maduro, Pim Boellaard, Corrie ten Boom, Trix Terwindt, Anton de Kom, Simon Vestdijk, Henri Pieck en Heinz Polzer (Drs. P.), samen met vele andere, minder bekende personen, zoals mijn vader A.J. Rensen, hij was daar maar kort, zijn gegevens zijn niet in het archief digitaalmonument.oranjehotel.org terug te vinden. Voor velen van hen was het Oranjehotel het beginpunt van jarenlange opsluiting in verschillende Duitse gevangenissen en concentratiekampen. Voor ruim 250 gevangenen was dit het eindpunt. Zij werden gefusilleerd op de nabijgelegen Waalsdorpervlakte, mijn vader werd op transport naar Vught gezet.

==> archief digitaalmonument.oranjehotel.org

Vanuit Scheveningen naar doorgangskamp Vught

Doorgangskamp Vught

Concentratie- en doorgangskamp Vught was in gebruik van 13 januari 1943 tot 16 september 1944. Het stond onder beheer van de SS, in tegenstelling tot de andere Nederlandse kampen. In totaal werden er circa 32.000 mensen in het kamp gedetineerd, zowel Joodse als politieke gevangenen. De meeste transporten vanuit Kamp Vught gingen naar Kamp Westerbork. Mijn vader ging op transport naar Kamp Amersfoort.

Via Vught naar Kamp Amersfoort

Alhoewel de afschuwelijke hongerwinter van 1944 nog moest komen, was er ook in de winter van 1942 - 1943 al voedsel- en brandstofschaarste, vooral in de grote steden. Op het platteland was het gemakkelijker iets te verbouwen en te ritselen, zodoende was er voldoende te eten. Wij hadden een boerderij met een boomgaard met pruimen, bessen, kersen, appels en peren. In de moestuin werden groenten verbouwd en op het land ondermeer aardappelen en granen. Mensen van heinde en ver wisten ons te vinden, er waren ook logés uit de stad op onze boerderij. Mijn vader was destijds veehandelaar en wist precies hoe je dat "varkentje" kon wassen. In de winter van 1942 – 1943 had mijn vader clandestien een koe geritseld en geslacht. Toen een afnemer met vlees en/of vet achterop zijn fiets in het donker een Duitse patrouille zag aankomen werd hij bang en gooide zijn pakket in de berm. Helaas vonden de Duitsers dat. Ze riepen hem terug en zetten hem zwaar onder druk, waarna de naam van mijn vader werd genoemd. Mijn vader werd daarop opgepakt en overgebracht naar het politiebureau in Raalte en vandaaruit op transport gezet eerst naar Oranjehotel Scheveningen "das Deutsches Untersuchungs- und Strafgefängnis", maar in de volksmond kreeg het de bijnaam Oranjehotel vanwege het grote aantal verzetsmensen dat erin gevangen zat. Het is nu een nationaal monument en herinneringscentrum, daar werd hij een paar dagen ondervraagd en gevangen gehouden. Daarna ging hij omstreeks 13 januari 1943 op transport naar de gevangenis in Vught. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heette dat officieel Konzentrationslager Herzogenbusch. Het was een Duits concentratiekamp en werd tijdens de oorlog ook gebruikt als gevangenis en interneringskamp. Na een korte periode werd hij wederom op transportgezet en belandde hij tenslotte in de winter van januari 1943 in Kamp Amersfoort, waar hij op 25 juni 1943 door de familie Bosman uit Amersfoort werd bevrijd.

 Kantoorbarak kamp Amersfoort

Kantoorbarak Kamp Amersfoort in de winter 1941 - 1942

==>Klik hier voor meer informatie over de oorlogsjaren van mijn vader A.J. Rensen alias Huttn Bats

Bezoek kamp Amersfoort

Nadat ik in de krant had gelezen dat het archief van het Kamp Amersfoort was opengesteld, heb ik mij daar schriftelijk gemeld met al mijn beschikbare gegevens van mijn vader. Een paar dagen later kreeg ik een positief antwoord van Olav Petram. Mijn vader was gevonden, hij had kampnummer 3074. Op uitnodiging van Olav Petram, vrijwilliger en archivaris van Kamp Amersfoort, hebben mijn vrouw Marjo, mijn dochter Irmela en ik op vrijdag 21 juni 2024 het Kamp Amersfoort bezocht. Hieronder staat het antwoord van Olav Petram, vrijwilliger van het Kamp Amersfoort. Olav en de andere vrijwilligers vertelden mij dat de negatieve benamingen vanuit de ogen van de Duitsers moet worden gezien. Voor ons waren het doorgaans betrouwbare, gewaardeerde medeburgers.

Het verlossende e-mailbericht:

Geachte heer Rensen,

Dank dat u belangstelling hebt getoond voor Kamp Amersfoort. Ons onderzoeksteam heeft in de afgelopen jaren met succes 35.789 van de circa 47.000 gevangenen (waaronder circa 2600 Joodse gevangenen) die in Kamp Amersfoort hebben gezeten kunnen identificeren. Wij doen onderzoek in archieven van bestemmingskampen, memoires van gevangenen, naoorlogse processen verbaal en transportlijsten. Bij onze zoektocht krijgen wij eveneens veel ondersteuning van familieleden. Ook in de toekomst blijven wij met ons speurwerk doorgaan en proberen wij puzzels compleet te krijgen om zo de (oud-) gevangenen te herdenken en nabestaanden te kunnen informeren.

U heeft een aanvraag ingediend om nadere informatie te verkrijgen over Albertus Rensen. Wij hebben de heer Rensen in ons archief gevonden.

Op welke datum Albertus Rensen naar Kamp Amersfoort is overgebracht is niet bekend. Hij werd gearresteerd omdat hij in de ogen van de Duitsers ‘Asociaal’ zou zijn.  Zij werden ‘zwartlappen’ genoemd, vanwege het zwarte merkteken op hun gevangenenkleding dat hun ‘asociale’ status aanduidde. Er waren verschillende redenen om zo te worden aangemerkt.

Zo waren er doorgewinterde criminelen, schuldig aan commune delicten, zoals de 23 verdachten van een spectaculaire overval op een Amsterdams distributiekantoor. Maar vaak waren verdenkingen voor economische delicten alleen al grond om opgesloten te worden. Zo werd de 18-jarige Stef Calis beschuldigd van diefstal van wol en Ajax-voetballer Gerrit Nieuwkamp van verduistering van distributiebewijzen. In het najaar van 1942 werden uit het Oranjehotel zo’n achthonderd vermeende handelaren in voedselbonnen naar Kamp Amersfoort gestuurd. Andere ‘zwartlappen’ waren opgepakt om hun afwijkende levensstijl, zoals kermisklanten, zwervers of woonwagenbewoners. Tot slot werden ook werkweigeraars en contractbrekers beschouwd als ‘asociaal’. Dit waren mannen die bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst hadden met een bedrijf in Duitsland, maar tijdens een verlof niet terugkeerden.

Hij werd bij aankomst in de administratiebarak ingeschreven. De gevangenen kregen een nummer; van toen af had men geen naam meer maar waren zij een nummer. Rensen kreeg kampnummer 3074. Geld, horloges en andere waardevolle persoonlijke spullen moesten worden afgegeven. Na de inschrijving ging men in afmars naar de kledingbarak en werd men ‘omgetoverd’ tot Häftling. De gevangenen kregen oude afgedankte kleding van de PTT, het Nederlandse leger of andere instanties. De schoenen werden omgeruild voor klompen. Pasten ze niet dan moest men maar zien of er geruild kon worden. De barak was een langwerpige ruimte met in het midden een gangpad en aan beide kanten een lange rij stapelbedden van drie verdiepingen.

Na het ochtendappel (07.00 uur) en een zeer mager ontbijt werden de gevangenen aan het werk gezet. Er vertrokken commando’s, zoals de groepen werden genoemd, naar hun werk buiten het kamp (waaronder bosarbeid, werk rond en op de vliegbasis Soesterberg). Andere gevangenen werden in het kamp zelf tewerkgesteld (keukenploeg, aardappelschilploeg, schoonmaakploeg etc). De Joodse gevangenen kregen veelal fysiek zeer zwaar werk en waren mikpunt van ernstige mishandelingen.

Vanuit Kamp Amersfoort gingen ruim 800 transporten naar andere bestemmingen waaronder beruchte concentratiekampen zoals Neuengamme. De sterfte onder de laatste transporten met dwangarbeiders vanuit Kamp Amersfoort was erg hoog. Van het transport op 11 oktober 1944 van 1438 mannen naar Neuengamme kwam 82% om. Het laatste transport naar Neuengamme van 15 maart 1945 van 256 mannen leidde in minder dan twee maanden tot een sterfte van ruim 70%.

Begin 1943 was het plan om Kamp Amersfoort te sluiten (later teruggedraaid). Ruim 2000 gevangenen werden overgebracht naar Kamp Vught. Volgens een document zou Albertus Rensen op 25 januari 1943 naar Vught zijn overgebracht. Dan wordt het wat onduidelijk. Het kan zijn dat Albertus Rensen later in 1943 weer is teruggegaan naar Amersfoort. De gevangenen moesten lopen vanaf station Amersfoort via de Kapelweg naar Kamp Amersfoort. Op de Kapelweg nummer 42 woonde de tuinbouwer Bosman. Het is zeer wel mogelijk dat hij Albertus heeft geholpen om de rij te verlaten.

Aanwijzingen dat Albertus Rensen in het Oranjehotel heeft gezeten hebben wij niet gevonden.

Tot zover onze informatie die wij hebben kunnen achterhalen.

Graag maken wij een verzoek aan u kenbaar. Voor ons onderzoek worden wij vaak ondersteund door documenten met voor ons waardevolle historische informatie. Indien u nog documenten/spullen uit de oorlog hebt (brieven, dagboeken etc) dan doen wij een oproep op u om te overwegen om deze aan Nationaal Monument Kamp Amersfoort te schenken. Uit de praktijk blijkt dat wij aan de hand van schenkingen weer stappen in ons onderzoek kunnen zetten. Daarnaast kunnen wij de dossiers van de gevangenen die in Kamp Amersfoort hebben gezeten completeren en voor de toekomst museaal behouden. Er is altijd een mogelijkheid om bij u langs te komen om eventuele documenten nader te beoordelen.

Wilt u Kamp Amersfoort komen bezoeken dan van harte welkom. Op dit moment is er een boeiende tentoonstelling over gedwongen tewerkstelling in Duitsland met specifieke aandacht voor de circa half miljoen Nederlanders (20% van de beroepsbevolking) die als dwangarbeiders in het kader van de Arbeitseinsatz naar Duitsland werden getransporteerd. Ongeveer 30.000 Nederlandse mannen overleefden dit niet. Na de oorlog was er weinig tot geen erkenning voor deze mannen. Lang kregen zij geen plek in de publieke cultuur. Aan de hand van mémoires, persoonlijke voorwerpen en audiofragmenten vertellen ex-tewerkgestelden hun verhaal. U kunt voor uw eventuele bezoek raadplegen Als u nog aanvullende vragen hebt, dan vernemen wij dat graag van u en voor nu hopende u van dienst te zijn geweest.
Met vriendelijke groet,
Olav Petram
olav@kampamersfoort.nl
www.kampamersfoort.nl

Kamp Amersfoort

Mijn vader was een van de totaal ongeveer 47.000 gevangenen, waarvan ongeveer 700 vrouwen en 200 kinderen.

Vrouwen in kamp Amersfoort


Foto van vrouwen in Kamp Amersfoort.

==> Klik hier voor meer informatie over de vrouwen in Kamp Amersfoort

Ons bezoek aan Kamp Amersfoort

Vanaf de parkeerplaats zie je al dit beeld naar het Kamp Amersfoort opdoemen.

De entree van het Kamp Amersfoort met de enige bewaarde grote wachttoren van de vier oorspronkelijke.
Er waren wel meer kleinere wachtposten in het kamp zelf.

Het museum Kamp Amersfoort

Nadat men bij de receptie hoorde dat mijn vader daar in 1943 had "gezeten" werden we met enthousiasme en belangstelling ontvangen. Voor het museumbezoek hoef je niet vooraf in te schrijven, in de weekenden en tijdens schoolvakanties kun je ook een rondleiding boeken. We hebben er diverse foto’s gemaakt. Het sterke punt is dat inmiddels een uitgebreid archief is opgebouwd met veel beeld- en geluidmateriaal. Helaas zijn veel barakken en andere gebouwen geheel of deels verdwenen. Wel zijn alle gebouwen met nummer en uitleg terug te zien op maquettes. In het museum krijg je na het betalen van de entreekosten een plattegrond en een geluidskastje overhandigd in de vorm van een kleine iPhone. Er is een route met geluidpunten gemaakt te herkennen aan een soort wifi embleem. Op de gehele route zijn er "wifi" geluidspunten waar je het kastje tegenaanhoudt als bij een draadloze betaling. Nadat je een piep hoort, volgt het gedetailleerde geluidsfragment.

De Maquette, plattegrond met verklarende nummers


Plattegrond Kamp Amersfoort

Hieronder staan de gebouwen zo goed mogelijk verklaard

 

1   Toegangspoort Hoofdpoort

 9  Bunker arrestantencellen

18  Slaap barak

2   Kantoor hoofdwacht magazijn

10 Garages en administratie

19  Slaap barak

3a Woonruimte SD/SS

11 Toegangspoort gevangenkamp

20  Werkplaats

3b Stafbarak linksboven horizontaal

12 Wachttoren bij poort werkploegen

21  Was barak

4   Kantoor Kotalla

13 Appelklok

22  Was barak

5   Fourier

14 Appelplaats gevangen

23  Ziekenbarak

6  Staf kantoor

15 Rollen prikkeldraad

24  Keuken

7   Links Kantine

16 Slaap barakken

25  Bekledingskamer en houtzagerij

7   Rechts Keuken

17 Rozentuin

26  Slaap barak

8   Bunker met kluis

 

 


Zodra je het museum uitloopt kom je op een omsloten binnenplaats met koolas of Ardenner split als ondergrond,met daarop
een maquette met uitleg, die binnenplaats was de appelplaats. Er zijn verschillende plattegronden in omloop.
Dat komt door de diverse verbouwingen, zo werden er barakken uit Parijs gehaald die hier bekend werden onder de naam
"Parijse barakken".  Er was ook een Russische barak. Bovenstaande indelingsversie is van juni 1945



Onder:
De beruchte en gehate strafplek de met prikkeldraad afgezette Rozentuin.
Deze bevond zich achter de appelplaats iets links van het midden op de maquette afbeelding hierboven..

 De Rozentuin

Ingang naar de beruchte strafplaats "De Rozentuin" met bijbehorend monument..
Gevangen werden hier urenlang in een ongemakkelijke houding gezet en afgeranseld als ze dat niet volhielden
.

Origineel bureau kampcommandant Originele typemachine kampcommandantDe SS letters boven de 5

Het bureau van de kampcommandant met de teruggeschonken typemachine van de kampadministratie
Let op het SS-teken boven op de cijfertoets 5.

Op de imposante fotowand vonden wij onze vader terug

Fotomuur Kamp Amersfoort


Mijn vrouw Marjo vindt de foto van mijn vader tussen andere gevangen op de imposante fotowand in Kamp Amersfoort
.

A.J.Rensen

Voor de fotowand staat een plateau met toetsenbord waarmee je op naam kan zoeken.
Als je de naam hebt gevonden wordt de foto verlicht op de gigantische fotowand.

De laarzen van de kampcommandant

Op de appelplaats staan de twee originele grote leren laarzen van de wrede kampcommandant Walter Heinrich.
Achter deze laarzen zijn de voetstappen van de gevangenen vastgelegd in metalen zolen.
Op de foto sta ik achter de laarzen op een van de voetstappen waar mijn vader destijds heeft gestaan.
Bizar...




Dit was voor mij een aangrijpend moment tijdens ons bezoek aan het kamp Amerfoort. Op de voorgrond de bewaarde laarzen van de kampcommandant met vastgelegde metalen voetstappen van de gevangen. Op de foto sta ik letterlijk in zijn voetstappen, op de plek waar mijn vader 81 jaar geleden (2024)  tegenover de brute kampcommandant op apel stond. Alsof ik het zelf op dat moment voelde....

De Kampcommandant Walter Heinrich

Walter Heinrich














Op 31-jarige leeftijd, in augustus 1941, werd Walter Heinrich benoemd tot kampcommandant van Kamp Amersfoort. In die functie was hij verantwoordelijk voor veel geweld, blijkt uit de speurtocht. Zo nam hij hoogstpersoonlijk deel aan de executie van 77 Sovjet-krijgsgevangenen. Tot maart 1943 was Heinrich kampcommandant
.

Plaatsvervangend commandant Kotalla.

De gestoorde Duitse SS-er Joseph Kotalla (1908-1979) - was als plaatsvervangend commandant van concentratiekamp Amersfoort buitengewoon wreed en leidde verschillende vuurpelotons. In 1948 werd hij ter dood veroordeeld voor het mishandelen en executeren van tientallen gevangenen. Drie jaar later werd zijn doodvonnis omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Hij stierf in 1979 in de koepelgevangenis in Breda.

Josef Kotalla (foto: Beeldbank WO2/NIOD)

De drie van Breda

"
De Drie van Breda" waren de overgebleven drie Duitse oorlogsmisdadigers die na de Tweede Wereldoorlog in de Koepelgevangenis in Breda werden opgesloten. Oorspronkelijk waren dit er vier "De Vier van Breda", maar nadat Willy Lages in 1966 vanwege ziekte werd vrijgelaten, bleven er drie over: Ferdinand aus der Fünten, Franz Fischer en Joseph Kotalla. De eerste twee werden uiteindelijk pas in 1989 vrijgelaten, na een langdurige periode van gevangenschap en veel maatschappelijke en politieke discussie. Joseph Kotalla is niet vrijgelaten, hij is in de gevangenis overleden.

Plattegrond

==> Klik hier voor de plattegrond binnenterrein en het museum

==> Klik hier voor de plattegrond van het buitenterrein





Deze lange weg is door de gevangen in dwangarbeid met de schop uitgegraven.

De zwartlappen




Links op de foto staan de gevangenen, dwangarbeiders op klompen, met slecht landmateriaal op de schouder. Eenmaal aangekomen in het kamp Amerfoort, moesten gevangenen zich uitkleden, werd men kaal geschoren, kreeg men oude dunne kapotte kleding waarvan men vermoedt dat ze nog uit de 1e wereldoorlog kwamen. Daarna werd je ingedeeld in een door de moffen bepaalde groep en had je geen naam meer maar een nummer. Mijn vader werd ingedeeld in de groep zwartlappen en kreeg als nummer 3074. Deze groep is op de foto te herkennen met gereedschappen als zeis, bijl en schop en klompen als schoeisel.  Let wel alle negatieve benamingen als criminelen en zwartlappen zijn betitelingen vanuit het perspectief van de moffen. In ons land werden deze doorgaans en zeker nu als helden, verzetsstrijders of andere voorbeeldige mensen beschouwd. Het werk was de soms het verhelpen van schade aan door de geallieerden gebombardeerde landingsbaan, het graven van putten en wallen, het rooien en planten van bomen, maar vaak ook treiterwerk, zoals het sjouwen van stenen naar de ene kan van de weg en vervolgens de andere dag weer terug naar de oorspronkelijke kant. Dagen was men bezig met het uitgraven en kloven van boomstronken met zeer slecht en bot materiaal. 

De voetstappen van mijn vader en andere gevangenen op de appelplaats



De apelplaats met vastgelegde voetstappen van gevangenen en op de achtergrond de 5 eikenbomen die in 1943 door de gevangen zijn geplant.



Dit zijn de 5 eikenbomen die destijds door de gevangenen als aanplanteiken werden geplant.



De appelklok

Het bouwwerk met rieten dak is nieuw gemaakt, maar de klok is nog de verafschuwde originele appelklok die dagelijks klonk

Kampervaringen

Van 1941 - 1943 zaten in Kamp Amerfoort vooral gevangenen die tegen de ideen van de nazi's waren zoals verzetsstrijders, communisten, maar ook gijzelaars, vermeende criminelen, waaronder "zwarthandelaren", ca. 2.500 Joden, 271 Amerikaanse staatsburgers, 123 Jehova's Getuigen en 100 Sovjet-krijgsgevangenen. In dit concentratiekamp heerste een mensonterend regime van honger, mishandeling, dwangarbeid en executies. In Kamp Amersfoort maakte mijn vader de verschrikkelijkste dingen mee. Zo vertelde hij dat er regelmatig werd geslagen met stokken tot de mensen erbij neer vielen. Hij noemde een voorbeeld van een uitgehongerde gevangene die 1 of 2 aardappelen had gestolen; hij werd in hun bijzijn met een stok geslagen tot zijn ogen buiten de oogkassen hingen. Bij het minste geringste werden gevangenen opgesloten en mishandeld in de Rozentuin. Een mpooie naam voor een verschrikkelijke plaats. Dat was een smalle open ruimte achter de appelplaats, afgesloten met prikkeldraad. De gevangenen daar kregen de opdracht om op commando tegelijkertijd kniebuigingen te maken of hun pet af te zetten voor de bewaker en die pet tegen hun eigen lichaam te slaan, zodanig dat er 1 knal te horen was. Bij een onderbroken geluid moest dat over en zo ging dat minuten of soms uren door totdat er een of meer gevangen bij neer vielen.

Slecht slapen en hard werken 



Het was hard werken onder erbarmelijke omstandigheden met bar slecht gereedschap moesten bijvoorbeeld stronken worden uitgegraven en gekloofd. De fusilatie keldergang is met de hand uitgegraven, een andere keer moest men zware stenen blokken van de ene kant van de weg sjouwen en de andere dag weer terug, alleen om te treiteren. Ook moest men 's winters met de blote handen harden, sommige gevangen verloren daarbij de toppen van hun vingers. De slaapzaal kende bedden van 2 of 3 hoog met alleen een jutezak met stro, in veel zakken zat er nauwelijks nog stro maar ze zaten wel vol met vlooien en luizen. Het was verschrikkelijk koud en onhygiënisch.


Restanten van het Lijkenhuisje




Op de foto hierboven ziet u de restanden van het lijkenhuis, rechts het bordje met uitleg.
Voor de leesbaarheid vermelden we de tekst op bovenstaand bordje met uitleg hieronder:


Lijkenhuisje


 
Het lijkenhuisje was bestemd voor tijdelijke berging van overleden
gevangenen vanwaar zij op een bepaald tijdstip en buiten het zicht van de gedetineerden werden weggehaald - in enkele gevallen voor vervoer per
lijkwagen naar de familie, maar meestal naar een lang tevoren in een afgelegen dennenbos gegraven massagraf, waar de lijken in ongebluste kalk werden geworpen. Van de stoffelijke resten is vaak niets meer, teruggevonden. Verspreid in de omgeving zijn toch nog honderden slachtoffers geborgen en
geindentificeerd. Vanaf 1945 tot 1951 werkte hier de Dienst Identificatie en Berging (Koninklijke Landmacht).

In het boek "De Afgrond" van Dr. Elie A. Cohen staat op blz 32 en 33 het volgende, betreffende het lijkenhuisje:
Na een paar weken zei Van Zeestraten: 'Dat Judenkommando, dat is niet best voor jou. Ik ga een lijkencommando stichten en daar wordt jij voorman van. Jij moet de lijken hier in het kamp bij elkaar halen en begraven'. Nou, dat deed ik, met een paar mensen. We gingen dan met de lijken naar het lijkenhuisje. Daar stonden drie kisten, en daar legden we dan twee lijken in (in iedere kist) als die drie kisten dan vol waren, dan moesten we ze naar de kuil brengen. Daar kiepten .We de kruiwagens om, en dan werden ze begraven. Dat waren dus mensen die doodgegaan of doodgeslagen waren. U vraagt me wat me dat deed. Niks. Niet veel. Ik dacht echt helemaal aan mezelf Ik had een luizenbaan, en of ik ze nou wegvoerde, of een ander, dat maakte geen verschil. Ik was doodgelukkig dat ik uit dat Judenkommando was, want dat was echt een heel berucht commando.
(einde tekst bordje)

Onmenselijke toestanden

Omgevallen gevangenen werden afgevoerd, anderen terechtgesteld. Honderden gevangen zijn zo overleden. Zij werden naar het lijkenhuis verderop in het kamp gebracht. Voor het transport van de lijken werden gevangen aangewezen, die uitgemergeld en wezenloos blij waren met dat werk, omdat hun leven zo gespaard bleef. Zij zagen zoveel ellende dat het hen niet meer kon raken. In een kist werden 2 lijken afgevoerd en zodra er 3 kisten vol waren werden die naar het lijkenhuis gebracht. Op het terrein achter het lijkenhuis is een massagraf gevonden van overledenen. Alhoewel er nadien herbegravingen hebben plaatsgevonden, is dit terrein op het huidige Kamp Amersfoort zichtbaar in ere gehouden.


ToegangsdeurGerestaureerd cellenblok



Een oude originele toegangsdeur en een stuk gerestaureerd cellenblok

Bevrijding door de familie Bosman

Op weg naar onze wintersportvakantie in Westendorf Oostenrijk, hielden we een tussenstop vóór München in Allersberg. Nadat de kinderen naar bed waren gebracht gingen Marjo en ik nog even beneden wat drinken. Na binnenkomst meende ik mijn naam te horen, maar dat kon toch niet waar zijn? Na een paar keer zei die man: "Jij bent toch Ben Rensen"? Stomverbaasd zag ik al snel dat het de Frans en Hannie Bosman waren. We werden gastvrij aan hun tafel uitgenodigd en na een hernieuwde kennismaking en wat heen en weer gepraat ging het als snel over de bevrijding van mijn vader uit Kamp Amersfoort. Alhoewel mijn vader eindeloos kon praten over de oorlog en zijn bevrijding uit Amersfoort, hoorde ik nu pas de details uit de mond van de bevrijders.

==> Hun spannende bevrijdingsverhaal leest u verder hieronder.

Bosman tuinen bestaat na bijna 100 jaar nog steeds, nu in Hoogland en wordt gerund door Arie Voskuilen met kleinzonen van oprichter Henk Bosman, de broers Bas & Freek Bosman.

Kwekerij Bosman, Kapelweg 42, Amersfoort

Dagelijks liepen de "zwartlap" gevangen 's morgens vroeg op klompen over de Kapelweg in Amersfoort naar hun nutteloze dwangarbeid buiten en in het strafkamp..

De Kapelweg was ook de doorvoerroute waarlangs andere gevangenen werden afgevoerd via het spoorwegstation in Amersfoort naar vernietingskampen
.




Op deze lokatie werd mijn vader door de familie Bosman op Kapelweg 42 uit de rij geplukt en bevrijd.

==>  Video van een andere groep gevangen.

Hieronder ziet u de beruchte route van het Kamp over de Kapelweg. 





Rechtsachter de richting naar het werk- en strafkamp en vóór (waar mijn dochter Irmela staat) de richting naar het spoorwegstation, waar velen de weg naar hun dood vonden..

Zo gingen de bevrijders van de familie kwekerij Bosman te werk....

Aan de Kapelweg 42 in Amersfoort woonde de familie H.G. Bosman, zij hadden een hoveniersbedrijf met een kwekerij achter de woning. De familie Bosman kon het leed van de dagelijks voorbij trekkende gevangenen, waarvan sommigen er meer door dan levend uitzagen niet langer aanzien. In de zomer van 1943 waarschijnlijk op 25-6-1943 nadat mijn vader ongeveer een half jaar gedetineerd was, maakten kinderen Frans en Joke van de familie Bosman een bevrijdingsplan voor een van de gevangenen. Hun oog was gevallen op een zwaar invalide kreupele man, dat was mijn vader. Ze namen doeken en oude gordijnen mee en zodra de rij gevangenen voorbij kwam gooiden ze mijn vader een doek over zijn hoofd, trokken hem uit de rij. Vervolgens namen ze mijn vader in doeken gewikkeld tussen zich in, zodat hij niet meer aan zijn kleding, zwartlap driehoek en uniforme gevangenpet te herkennen was als gevangene. Ze namen mijn vader mee naar huis, wasten, ontluisden hem en gaven hem net zolang te eten tot hij weer op krachten was voor de thuisreis. Hij moest nog een heel; eind lopen. Ondertussen hielden ze hem ondergedoken en verstopt voor de moffen in de stookruimte van de kwekerij.

Hoe kwam je thuis?

Midden 1943, dus in de oorlog, tijdens de Duitse bezetting, was het vervoer in Nederland vooral in de steden heel anders dan vóór 1940. H.G, Bosman kon niet autorijden en reed normaliter op een solex. Het meest gebruikte vervoermiddel in 1943 was de fiets. En dan speciaal fietsen met houten massieve banden, ruwe noodbanden of banden uit autobanden gesneden, want rubber was schaars en banden werden door de Duitsers gevorderd. Zeg maar gestolen. Fietsen werden ook heel vaak “gekannibaliseerd” door van onderdelen van 2 of 3 fietsen samen een functionerende fiets te mak4en. Waarom nam je niet de auto, trein of bus? Brandstof was op rantsoen of niet meer beschikbaar de Duitser Wehrmacht had daar prioriteit op en controle over. Openbaar vervoer bleef wel rijden maar sterk beperkt en alleen waar de bezetter het toestond en nodig vond. Auto’s waren in 1943 voor burgers bijna niet meer bruikbaar – vrijwel niemand kon nog legaal benzine krijgen. Een enkeling reed houtgestookt. Treinen reden vooral voor Duitse militaire logistiek; sommige lijndiensten voor burgers bleven wel naar werk,en voedsel halen gaan, maar beperkt en onregelmatig. Daarom: de Nederlander in 1943 verplaatste zich vooral met de fiets en heel veel ook lopend.Dat is in vrijwel alle geschiedkundige bronnen over Nederland WOII hetzelfde beeld. Aangezien het openbaar vervoer werd gecontroleerd door de Duitsers zat er voor mijn mank lopende vader niets anders op dan ruim 80 km voornamelijk lopen naar huis. Op weg geholpen en uitgezwaaid door de familie Bosman aanvaardde hij vol goede moed en succesvol de thuisreis. Voor mijn oma Toos Rensen maakt dat niet uit. Mijn vader vertelde dat ze letterlijk een gat in de lucht sprong toen ze mijn vader in levende lijve terugzag. Ruim een jaar later op 11-11-1944 is mijn oma Toos Rensen-Boers overleden. Zij heeft de bevrijding van Nederland niet meer meegemaakt, dat van haar zoon vond ze
 veel belangrijker.

Looproute van Amersfoort naar Haarle

Aangesterkt op weg geholpen en mank verder lopen van Amersfoort naar Haarle

De familie Bosman

De familie Bosman in 1947

Familie Bosman in 1946-1947 Frans link en Bertus rechts als dienstplichting militair klaar voor uitzending naar Nederlands Indië.

H.G. BosmanH.G. Henk Bosman begon in 1926 een hoveniersbedrijf achter hun huis aan de Kapelweg 42 in Amersfoort. Hij kwam vanaf de bevrijding van mijn vader na de oorlog regelmatig bij ons op bezoek met zijn kinderen Frans en Joke en later kwamen zijn kleinkinderen, Margreet, Vivian, Hanita en hun nichtje Monique. Henk H.G. Bosman Sr herinner ik mij als een zeer grappige man bijvoorbeeld als hij ons ongemerkt als onderdeel van een grap een plassend hondje na lied doen. Hij overleed op 17-1-1972, Met mijn vader ben ik nog op zijn begrafenis geweest. Ook zijn zonen, Bertus, Frans, diens vrouw Hannie en zijn zus Joke met haar man Dagobert Keyzer herinner ik mij bij ons thuis als graag geziene gasten. Met de oudste dochter van Frans, Margreet heb ik nog steeds goed contact, ook zij kwam met haar zussen Vivian, Hanita en hun nichtje Monique bij ons thuis. Nadat de Henk jr., de zoon van Frans en Hannie, in 2001 overleed hebben oudgediende Arie Voskuilen en 3,5 jaar later de zoons van Henk jr, Bas en Freek Bosman  (kleinkinderen van Frans en Hannie) de zaak voortgezet:
Familielijn: Oprichter Henk Bosman - zoon Frans -zoon Henk - zonen Bas en Freek Bosman.


Frans Amersfoort
Frans Bosman



Klik hier voor het huidige bedrijf van Bas en Freek bosman
Klik hier voor een AD presentatie over Bosman 

Klik hier voor de geschiedenis door Paul Welling, de zoon van Riek Bosman
Klik hier Klik hier voor het verhaal van kleinkind Paul Welling over de hobby van H.G.Bosman
Klik hier voor Ode aan oma Ger
Klik hier voor de Kapelweg 42


Fiets met houten "band" met een flodder laagje rubber

Na de oorlog heb ik nog gereden op zo'n fiets met houten banden met een laagje rubber er omheen. Die fiets was van de familie Laing, onze buren. Je kon er al slingerend op fietsen maar het was zwaar trappen en hoogst oncomfortabel.

Benzine was niet meer beschikbaar

Auto op houtgestookt gas

Voorbeeld van een houtgestookte auto voor hotel Wientjes in Zwolle, zoals die in de oorlog 1940-1945 werden gebruikt. 

De gevolgen en het risico voor de achterblijvers

Volgens de vrijwillige suppoosten van het kamp had de vermissing van mijn vader tot gevolg dat de overgebleven gevangenen bij terugkomst zwaar werden gestraft in de "Rozentuin". Als de helpers waren gesnapt zouden ze volgens hen zeker zijn gefusilleerd.

Tocht van Vrees en Hoop vanuit het kamp over de kapelweg naar het station in Amersfoort

Tocht van vrees en hoop

Jaarlijks op 11 oktober worden, met een stille tocht van Nationaal Monument Kamp Amersfoort via de Kapelweg naar station Amersfoort, de gevangenen van Kamp Amersfoort herdacht, die op transport werden gesteld. Op 11 oktober 1944 vond het grootste transport plaats: 1439 mannen werden afgevoerd naar het beruchte kamp Neuengamme, slechts 18% overleefde.

Kamp Neuengamma

Neuengamme lag zo'n achttien kilometer ten zuidoosten van de Duitse stad Hamburg. Het kamp werd op 13 december 1938 geopend en op 4 mei 1945 door de geallieerden bevrijd.

Publicaties Kamp Amersfoot

Voor meeer informatie zie de originele museum website van Kamp Amerfoort en nderstaande publicatues: 

==> museum website van Kamp Amerfoort

==> Algemeen Dagblad 1

==> Algemeen Dagblad 2

==> Algemeen Dagblad 3

==> De Gelderlander: 700 vrouwen in Kamp Amerfoort

Deze publicatie heb ik kunnen maken aan de hand van de eindeloze verhalen van mijn inmiddels overleden vader A.J. Rensen. 
Ook het bezoerk aan Kamp Amersfoort samen met mijn vrouw Marjo en dochter Irmela werkten verhelderend en inspirerend.
Met dank voor de hulp van de familie Bosman, mijn broers en zussen, Stichting Marke en vele anderen.
Heeft u suggesties, aanvullingen, correcties, opmerkingen of vragen, laat het ons a.u.b. weten.

Namens alle betrokkenen nogmaals dank en hartelijke groet,
Ben Rensen
Duikerstraat 15
7425 AT Deventer
Mobiel:     06 46 789 165
E-mail:     ben@rensen.nl

Neem hier contact met ons op voor aanvullingen of vragen


Hier gaat u terug naar de HOME pagina